Madrid is de hoofdstad van Spanje en is met 3,2 miljoen inwoners in de stad en 6,5 miljoen in de metropool ook de grootste stad van het land. De metropool vormt een autonome regio genaamd Comunidad de Madrid. De stad ligt centraal in Spanje op bijna 700 meter boven zeeniveau en heeft hierdoor, vergeleken met andere grote Spaanse steden, erg koude winters en hete zomers.
In de 9e eeuw bouwden de Moren een buitenpaleis voor emir Mohammed I, waar in de periode daarna een dorp omheen ontstond. Het dorp kreeg de Arabische naam Al-Majrit, de waterbron, wat later verbasterde tot Madrid. Toen de katholieke koning Alvonso VI in 1085 met zijn leger oprukte naar Toledo, de toenmalige hoofdstad, stuitte hij bij toeval op het dorp en het paleis en veroverde het. Onder katholiek bewind groeide het dorp uit tot een kleine stad en in 1123 kreeg Madrid stadsrechten. In 1516 kwam de macht in handen van Karel V, de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Hij verenigde de koninkrijken van Castilië, met als hoofdstad Toledo, en Aragon, met als hoofdstad Zarogoza, tot het Spaanse Koninkrijk en Madrid werd de hoofdstad van het nieuwe land. Verschillende Spaanse koningen heersten over Spanje vanuit Madrid, maar de periode onder Carlos III, die regeerde van 1759 tot 1788, was voor de stad het meest betekenisvol. Hij maakte van Madrid een moderne hoofdstad met riolering, straatverlichting, monumenten en culturele instellingen.
Aan het begin van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 was Madrid een republikeins bolwerk. De nationalistische regering van generaal Francisco Franco verplaatste de hoofdstad daarom tijdelijk naar Burgos en zijn leger omsingelde de stad. Madrid werd gebombardeerd en er vonden meerdere grote aanvallen plaats. Ondanks de hopeloze situatie hielden de Madrilenen stand tot ze zich in de lente van 1939 uiteindelijk toch moesten overgeven. Franco benoemde Madrid weer tot hoofdstad en vestigde er zijn regering. In de jaren ’60 boekte de stad grote economische vooruitgang en doordat veel mensen van het platteland naar de stad trokken steeg het aantal inwoners snel naar meer dan een miljoen. Na de dood van Franco in 1978 werd het democratische koninkrijk Spanje opgericht en ook nu werd Madrid de hoofdstad.
De belangrijkste toeristische attracties zijn het koninklijk paleis Palacio Real, de Almudena kathedraal, de pleinen en dan vooral Plaza Mayor, het gigantische voetbalstadion Santiago Bernabeu, de stierenvecht arena Las Ventas en natuurlijk de vele musea waarvan Prado en Reina Sofia de bekendste zijn. Winkelen kan aan de Gran Via en er zijn verschillende dagtrips naar bezienswaardigheden buiten de stad te maken zoals het El Pardo paleis en de historische steden Toledo en Cuenca.